Opvliegers

Oh jee, heeft ze opvliegers? zegt hij met een smalende lach en een biertje in de hand. Ik trek aan de mouw van mijn man omdat ik naar huis wil. De klok wordt verzet en ik moet morgenvroeg lesgeven. Ik grijns terug. Ik kan de grap verdragen van de man die ook al geen jongen meer is. 

Ooit noemde hij mijn lichaam en lange benen goddelijk. Ik ken hem uit de tijd dat ik danste tot de TL buizen aangingen en mijn vriendinnen en ik elkaar aankeken met een blik van ‘RENNEN’, omdat we niet wanhopig wilden lijken als vrijgezel. Het was de tijd dat ik vooral niet als eerste weg wilde gaan (= suffig), maar bij de die-hards hoorde (= populair) en na het feest nog op zoek ging naar een after-party al dan niet bij iemand thuis. Onuitputtelijk. Onverzadigbaar. Het leven was één groot feest. En ik onvermoeibaar.

En nu rijd ik terug naar huis om 22:30 uur. 48 jaar oud. Geen druppel alcohol op. Ik ben moe en voel me ziekig, toch een verkoudheid overgenomen (= kinderen). Ik heb een pijnlijke keel die even geen geluid wil produceren.

Eenmaal thuis hijs ik me naar boven en slaak ik een diepe zucht van verlichting. Niks lekkerder dan me weg te laten zakken in ons bed. Mijn man doet een poging verveling te verdrijven door langs nog wat nietszeggende kanalen te zappen.

De volgende dag ben ik nog steeds zwak en grijp ik naar een paracetamol en een extra shot cafeïne in mijn koffie als korte termijn oplossing. Het maakt voor de yogi’s die een uur eerder uit bed zijn gekomen om mijn les te volgen niet uit dat ik met tissues naast me op de mat zit. Schijnbaar ben ik de enige die moeite heeft dat van zichzelf te accepteren.

Ik haal diep adem en begin de les. When the time is on you, start, and the pressure will be off – dit werkt altijd met alles. Het begint te stromen. Uitwisseling van energie. Overgave en vertrouwen. Besef van tijd verdwijnt en we gaan op in iets groters waardoor ik alleen maar eenheid en dankbaarheid kan ervaren.

Het idee altijd perfect te moeten zijn, altijd zin te hebben, mezelf 100% moet voelen om er voor anderen te kunnen zijn, probeer ik te laten gaan. Altijd gedacht dat ik me pas 100% voel als alles zonnig en licht is. Maar licht bestaat niet zonder donker. De schaduw wordt groter als je zelf groter wordt.

Ik zeg het dagelijks tegen anderen: wees jezelf, verschuil je niet achter maskers, wees echt en oprecht. Maak je niet klein, richt jezelf op. Het is zoals het is. En ik moest het deze week ook weer tegen mezelf zeggen.

VLIEG!
(en lazer op met je opvliegers, Fedor)

Version 2