
We lijken wel zwanen, zei hij. Iedereen glijdt door het water, ogenschijnlijk kalm, vredig en gracieus. Onder water is het donker, een onbekende diepte en spartelen pootjes om niet te verdrinken.
Niemand weet wat er in al die hoofden omgaat.
We zijn met zo’n 900 mannen & vrouwen op het European Yoga Festival in Frankrijk. We zitten met z’n tweeën in lange rijen in easy pose tegenover elkaar. Iedereen in het wit gekleed, als de zwanen in het aangrenzende meer.
Onze knieën raken elkaar bijna. We kijken elkaar in de ogen. Geen 31 minuten, maar 62 minuten lang. Niet één meditatie, maar 7 die dag.
Ik had er naar uit gekeken om hem weer te zien na alle drukte en alle veranderingen in ons gezin en qua werk het afgelopen jaar. Ik wilde tot mezelf komen en de tijd nemen voor elkaar, gezien en gehoord worden, te luisteren naar mezelf en elkaar.
Na 4 dagen voorbereiding (om 4 uur ‘s ochtends opstaan, Sadhana, Kundalini yoga, meditatie, Seva, mono-dieet) de 3 dagen White Tantra.
Zijn ogen zorgen ervoor dat ik naar binnen durf te gaan in mezelf. Stapje voor stapje, steeds dieper in het onderbewustzijn. Zijn oog wordt 1 pupil, 1 punt van focus waar ik iedere keer als mijn gedachten afdwalen, mezelf naar toe breng. Ik voel mijn linkerhand in het midden van mijn borst, in het hartcentrum, als 2e punt van focus. Mijn rechter handpalm tegen zijn rechter handpalm. Het midden van onze palmen zuigen zich bijna vacuüm, een 3e punt van focus. Een drie-eenheid van kracht, heelheid en harmonie.
De linkerhelft van mijn lijf ontspant steeds meer, mijn hand verwarmt mijn hart. Mijn linkerschouder ontspant, ik maak mijn rug lang en rol mijn schouderbladen naar elkaar toe. Mijn borst opent zich.
De weerstand in de rechterarm groeit, mijn lijf begint te shaken. Ik druk nog harder en ik adem zíjn kracht in. Ik voel twijfel, sluit me af, trek mijn knie even omhoog, om me daarna weer te kunnen openen en toelaten wat er is. Ik kijk niet weg en zie hoe het is. Een bliss of kort geluksmoment als een flikkering op het water. We chanten samen en ademen als één door de tranen van verlossing en liefde die over mijn wangen stromen.
Humee Hum Brahm Hum. We are we, we are one.
‘We zijn allemaal onderling verbonden. We maken deel uit van een groter geheel waar geen scheiding is tussen ons en het goddelijke.’
De meditaties duren lang. De eerste dag zijn we pas om 21:30uur klaar, de tweede en derde dag zijn korter, gelukkig, maar niet minder intens. Het is als een lange tocht in onszelf die we samen afleggen. De mantras stromen uit onze mond en galmen om ons heen.
Weerstand is er altijd. Pijn is niet te vermijden. Het laten afleiden door anderen en de focus verliezen op jezelf zijn strategieën om de donkerte te ontkennen en je klein en onwetend te houden.
We chanten WA-HE GU-RU, van donker (GU) naar licht (RU)
Ik haal diep adem. Ik voel dat ik op een keerpunt sta. Ik neem een besluit.
Ik duik erin. Het voelt als een donker bos een donker meer. Het is beangstigend, maar het maakt me ook strijdlustig. Ik voel dat ik leef.
Juist dóór die weerstand begrijp en voel ik de mantra: WA-HE GU-RU.
Ik ga er niet dood aan. Ik laat de donkerte toe om me heen en zie blauw licht door m’n derde oog, als een traan, een parel. De pijn in de houding waarin ik zit verzacht. Ik voel alles en iedereen om mee heen. Nu niet als afleiding of waar ik verantwoordelijk voor zou zijn, maar als support. Zoals de witte zwanen in het meer.
We bewegen allemaal mee. Omringd door wit helder licht dat het ongemak omarmt.
Wahe Guru.
augustus 2025
Lakshmi Narayan Kaur
Hanneke Hoitink