Mepal memories

Wil jij de oranje of de bruine, dan neem ik de rode.

Ik hou van de gekleurde mepal mokken van mijn ouders. Nu zij niet meer kamperen, zetten wij de traditie voort met hun De Waard tent. Kamperen zit in ons bloed. De ouders van mijn moeder hadden zelf ooit een camping en mijn moeder introduceerde het aan mijn vader. Toen ik als derde kind geboren was, kochten ze een Eend en konden we de grens over. Drie kinderen op de achterbank en een aanhangwagen eraan. Het onmogelijke was mogelijk. Alles mocht, in mijn beleving. Ik leerde lopen op de camping.

De onverwoestbare mokken zijn op oneindig veel campings in Europa geweest en dragen het verleden met zich mee. Herinneringen die boven borrelen als ik er filterkoffie uit drink. 

Kamperen en regen horen bij elkaar, ook al ontken ik dit ieder jaar weer. We houden het ‘best droog’ (niet met je hoofd tegen de binnentent…) en hoeven geen geulen rondom de tent te graven zoals mijn vader dat deed. Regen betekent eindelijk een boek lezen en spelletjes doen met z’n allen, in plaats van solitaire of patience spelen.

Kamperen geeft mij het gevoel van vrijheid, geen verplichtingen, geen grenzen. Ik hou van de eenvoud en ben dankbaar voor de nieuwe slaapzak die mezelf heb gegund en mij warm houdt. ’s Nachts draait deze om mee heen alsof ik word ingebakerd. Het geeft stevigheid, geborgenheid, rust. De grond is hard en mijn dromen verraden wat me nog achtervolgt waardoor ik zwetend wakker word, de rits vind en me bevrijd uit de omknelling.

Ik betrap mezelf erop dat ik mijn man en zoon wil overhalen ondanks dat ze ervoor hebben bedankt en thuis zijn gebleven. Onze dochters gaan uit zichzelf mee, zetten moeiteloos de tent op en slapen overal, op een matje of een schapenvel. We voelen elkaar aan op een manier die het afgelopen jaar met alle home-schooling nog niet gelukt is. Met zijn drieën bepalen we -zonder gedoe- wanneer we de tent afbreken, waar we deze weer opzetten, wat we gaan ondernemen of wanneer we niks doen. 

De mannen sluiten zich de laatste drie nachten zich toch bij ons aan. Ik heb ze verleid met zonnige foto’s… Met vijf is de dynamiek anders. Wie wil controle, de baas zijn? Wie volgt? Het creeert onrust, maar deze reuring is ook goed of schijnbaar nodig. Ik ben dankbaar dat we zo samen zijn, en dat hond Tippi met hen is meegekomen. Ik geniet, ondanks dat het is gaan miezeren en de kaars op tafel is gedoofd. Hoe lang gaan onze pubers nog met ons op vakantie? Ik deel de rode mok en drink de laatste slok op.

Ik wil nog niet naar huis. Ik ben opstandig.
Wat houdt me tegen? Waar ben ik bang voor of waaraan wil ik ontsnappen? Waarin zit ik mezelf in de weg?
Ik heb een duw nodig.

Zoonlief zingt als we weer de grens overgaan naar Nederland. Hij is opgelucht dat het kamperen voorbij is.

Mijn knie doet pijn van de vele kilometers die ik heb gelopen en gereden. Ik voel mijn beperkingen en dat frustreert.

Niks pushen, maar gewoon rustig weer beginnen, stapje voor stapje, zeg ik tegen mezelf.

De tent wordt opgeborgen in de schuur, samen met de mepal bekers. Volgend jaar zullen we hopelijk weer onbezorgd kunnen reizen, grenzen overgaan en drink ik weer uit de rode mok. Of misschien neem ik de oranje of de bruine. 

 18 augustus 2021, Hanneke

————————————- 

In de maand augustus richten we ons op de PRANIC BODY, het 8e lichaam. Je bent welkom in de dagelijkse lessen/ one day retreat.

We onderzoeken door middel van yoga en meditaties grenzen en gaan dieper in op polariteit. Hoeveel kun of durf je tot je te nemen, hoeveel wil je te laten gaan? Hoe begrens je jezelf of anderen? Wat blokkeer je bewust of onbewust? 

Wat is de relatie van het pranische lichaam met je fysieke lichaam? Welke herinneringen draagt het met zich mee? Wat kun je laten of loslaten?

Luister naar je adem. Ook door middel van Pranayama (prana= levenskracht, ayama= beheersing), kun je de flow van de levenskracht beïnvloeden zodat je meer ruimte en vrijheid kunt ervaren in jezelf. 

Grenzen worden een zegen en de deur naar onze vrijheid.