‘Ik ben zo stijf als een plank en heb nooit mijn tenen aan kunnen raken’.
‘Ik wil wel, maar ik durf niet’.
Vanaf het moment dat je in de buik van je moeder zat en tenen kreeg, kon je ze aanraken, en zelfs in de mond stoppen. Als baby kroop je het liefste met blote voetjes door de kamer, of door het gras. Je was niet bang om vies te worden en durfde alles te proeven. Zand, stenen of een slok badwater. Je rolde, viel of stootte jezelf continue, maar stond altijd weer op. Als je hulp nodig had, opende je je armen. Je kon je helemaal overgeven en in zelfs in slaap vallen op de borst van degene die jou geborgenheid bood.
Ergens onderweg in het leven, bij het groeien van het bewustzijn, lijkt het alsof bepaalde dingen die zo oorspronkelijk of natuurlijk zijn, je hebt afgeleerd. De omgeving, het gezin waarin je opgroeit, de school, het dorp of stad en het land zijn onder andere bepalend voor hoe je je verder ontwikkeld. Er worden overal labels opgeplakt, bewust of onbewust op wat hoort, wat goed en wat slecht of fout is.
‘We zijn nou eenmaal niet zo’n sportieve familie, ik ben ook nooit lenig geweest, je vader ook niet, en kijk naar je oudere broer en zus’, zei mijn moeder tegen me.
Als ik mezelf vergeleek met kinderen in de klas zag ik al snel dat bewegen bij sommige vanzelf ging. Zelf voelde ik me een onhandige Bambie op het ijs. Ik bewonderde de snelheid en lichtheid van mijn klasgenoten en was jaloers op de radslag met ronde vloeiende bewegingen. Bij de gym werd ik eruit gepikt om aan de rest van de klas te laten zien hoe het NIET moest. Als ik de lange mat zal liggen, draaide ik me direct om en melde me ziek.
Onbewust legde ik mezelf op ‘uit niet zo’n sportieve familie’ te komen, en gaf ik me over aan het idee dat dat zo was. Ik schermde mezelf daarvoor af en focuste op dat wat me gemakkelijk afging.
Maar sporten moest. Dus koos ik als tiener een team sport, basketbal. Mijn grote zus deed het en ik was tenslotte lang. Toen bleek dat ik toch liever kletste dan zweette moest ik iedere wedstrijd op de bank langs de lijn zitten. Als ik geluk had, omdat iemand geblesseerd was, mocht ik ook nog even het veld op om een poging te wagen. De lol was er snel af. Ik verliet het team en werd niet gemist.
Als twintiger werd het de sportschool om in vorm te blijven. Gewichten drukken en in de spiegel naar mezelf en anderen gluren. Hoe zag ik eruit? Wat zouden anderen van mij vinden? Alles was op de buitenkant gericht, en ik zocht afleiding door domme programma’s op de televisies te kijken die boven de loopbanden hingen. Door mezelf op alles om me heen te richten hoefde ik tenminste niet te voelen hoe het echt met me ging, want dat was eng en confronterend en leek bovendien niet nodig.
We waren dan wel ‘niet zo’n sportieve familie’, maar mijn moeder leerde me als 6 jarig meisje al in mezelf te keren. Aan het einde van de dag, als ik in mijn bed lag, kwam ze op het randje van het bed zitten en zei ‘denk aan je voeten’. Door alle aandacht er naar toe te brengen werden ze zo zwaar dat ze verdwenen. ‘Denk aan je enkels, je kuiten, je knieën.’ Langzaam werd heel mijn lijf gescand en als ik bij het topje van mijn hoofd was, was ik helemaal vertrokken en sliep ik zonder dat ik hoefde te duimen. Het was het begin om yoga en meditatie in het dagelijks leven te integreren.
Als dertiger vond ik mijn spirituele lerares. Iedere maandagavond zat ik op de mat en leerde ik dat als je in het dagelijks leven 100% gaf, in haar les 90% ook goed was, of 80%…of 70. Het ging over aardig zijn voor jezelf. Het ging niet over presteren, de beste zijn, goed en fout. Het ging over flexibiliteit, over buigzaam zijn als bamboe. Over jezelf durven laten vallen en hulp accepteren. Zij gaf mij inspiratie, en bracht mij tot mijn kern, mijn ware identiteit. ‘Erken, herken en waardeer’, werd mijn mantra.
Ze leerde me niet op de te geven als alles in mij tegenstribbelde en juist wél een tandje hoger te gaan, door te zetten, of net wat meer los te laten wat ik angstvallig en krampachtig vast hield. Ze zegende mijn huwelijk en onze drie kinderen toen ze op de wereld kwamen.
Ik wilde zijn zoals zij. Maar als yoga lerares moest je toch wel echt lenig zijn? Het zou bovenaan mijn bucketlist staan in mijn volgende leven, net als DJ.
Als veertiger ontdekte ik Kundalini Yoga. De muziek, de mantras, het chanten, de krachtige houdingen en de meditaties raakten mij vanaf het begin diep. Op een totaal andere manier dan andere vormen van yoga die ik tot die tijd beoefende. Het was vreemd, anders, bizar ook. Ik was blij dat ik met mijn ogen dicht mocht zitten, er geen spiegels waren en ik niemand kende.
Het is soms overweldigend, uitdagend, vertrouwd, maar vooral confronterend met wie ik daadwerkelijk ben. Met alles erop en eraan. Deze vorm van yoga geeft me energie, creativiteit, lef, vertrouwen, en een nieuwe kijk op mezelf en mijn omgeving. Mijn bewustzijn is op een voor mij totaal nieuwe manier vergroot. Ik durf weer bergen te beklimmen en er vanaf te rollen. Hoezo veertigplusser en oud? Ik ben pas op de helft van mijn leven! Ik voel me jonger dan ooit.
Toen mijn man zei: ‘Waarom ga je niet die opleiding tot yoga teacher doen’, moest ik huilen. Schijnbaar durfde ik zelf mijn diepste verlangen niet hardop uit te spreken en had ik toch de goedkeuring of het zetje in mijn rug nodig.
Ik ben dankbaar voor wat het mij, ons, mijn gezin en mijn omgeving heeft gebracht en iedere dag weer brengt. Dat terugkeren naar de essentie, mezelf nemen zoals ik ben is waarom ik iedere morgen op de mat zit.
Iedere keer als ik les geef, voel ik me vereerd dat ik anderen mag ondersteunen puur door ruimte en vertrouwen te geven, dat het goed is zoals het is. Het heeft niks met levels/ niveaus te maken. Het is JOUW reis. Die reis heeft lichte en donkere kanten. Iedereen is uniek, ieder heeft zijn eigen pad te gaan. Jij bepaalt voor jezelf hoe diep je wil gaan en hoeveel je wilt ontdekken. De muziek werkt verslavend voor mij, de mantras zijn magisch. Bij het uitzoeken van muziek voor mijn les, voel ik me toch een beetje DJ…
Ja het is spannend, soms ook eng of juist grappig, maar ervaar hoe bevrijdend kan het zijn om juist datgene te doen waar je tegenop ziet, en erachter te komen welke beperkingen je jezelf of anderen jou hebben opgelegd. Je bent van harte welkom.
Love, light & laughter,
Hanneke